Mijnheer Buma, wie is toch die ‘gewone Nederlander’?

Geachte mijnheer Buma, staat u mij toe om u een persoonlijke brief te schrijven. We moeten eens een hartig woordje met elkaar spreken, van gelovige tot gelovige. U als christen, ik als moslim. U bent politicus, ik ben journalist, dus ik moet toetsen wat u zegt en doet. Twee vragen spelen daarbij een rol: spreekt u de waarheid? En: hoe gebruikt u uw macht?