Geen kopie

Ik sloot mijn vorige column in Volzin af met de woorden: “Laat de ‘Europese islam’ vooral geen kopie worden van het Europese christendom, maar een eigen unieke weg gaan. Christendom, islam, alle levensbeschouwingen, zijn in de moderne tijd ingekaderd door wetten en verdragen. Wat men gelooft verhoudt zich vooral daartoe. Op de gezamenlijke maatschappelijke punten vindt men en versterkt men elkaar. Dat kan prima zonder het opleggen van theologische vereisten.”

Ik kreeg daar enkele reacties op. Kern van de reacties: naast wetten en mensenrechtenverdragen moeten we wel degelijk rekening houden met ‘onze normen en waarden’, want kijk eens hoe vrouwen- en homorechten hier zo goed georganiseerd zijn. Ik moet altijd fronsen bij dit specifieke argument. Ik ben inmiddels best goed ingevoerd in de Nederlandse christelijke gemeenschap. De waardering van vrouwen en homo’s is echt geen vanzelfsprekendheid. Ze hebben niet alleen met glazen plafonds, maar ook met religieuze plafonds te maken als het bijvoorbeeld gaat om het voorgaan in de zondagsviering. Het ‘oecumenisch huwelijk’ tussen verschillende kerkgemeenten is nog altijd problematisch. De duivel slaapt nog steeds op die kussen, hoor. Binnen de joodse gemeenschap is het niet anders.

Wat dat betreft is er geen enkel onderscheid met de status quo in de islamitische gemeenschap. Misschien een ongemakkelijke waarheid, maar daarom niet minder waar.

Universele rechten

Stap ik nu over de misstanden in de islamitische gemeenschap heen? Nee. Ik zeg wel: wees voorzichtig met het claimen dat we hier zoveel verder zijn. Een tweede voorbehoud: Wie of wat is Europa? Tellen de (voormalige) communistische landen mee? Tellen de onder druk staande rechten van pers, vrouwen, homo’s, religieuze minderheden en oppositiepartijen in bijvoorbeeld Hongarije mee? Of is Europa vooral de Benelux plus Duitsland en Frankrijk? Welnee, elke geografische opdeling is problematisch. Elke wij-zij tegenstelling tussen religies en culturen is selectief.

Wat mensen binnen en buiten de eigen landsgrenzen aan elkaar bindt, zijn de grondwet en de universele rechten van de mens – ingekaderd door diverse mensenrechtenverdragen. Dankzij deze ‘gedeelde wetten’ hebben we al een lange tijd geen oorlog op het Europese continent, maar de genocide in Bosnië laat zien dat er geen garantie is. Gelukkig hebben de meeste Europese landen een systeem dat de scheiding van machten waarborgt, maar Hongarije laat zien dat er geen garantie is.

Bovenop deze rationele binding is er natuurlijk (!) sprake van een gedeelde nationale identiteit, een gedeelde ethos, een christelijke traditie die ademt en resoneert in onze samenleving. Dat is een ethos die de wetten en de regels begeestert. Maar de huidige discussie over ‘onze normen en waarden’ is een andere. Zwarte piet lijkt nu een nationale norm te zijn. Het volkslied idem. Dit soort normen en waarden zijn vloeibare, versnipperde, superdiverse omgangsvormen tussen mensen, tussen bevolkingsgroepen. Daarom zijn ze altijd ondergeschikt aan en ingekaderd door die genoemde wetten en verdragen.

Scherper: de termen ‘westelijke manier van leven’ en ‘joods-christelijke traditie’ zijn in dat kader misleidend geworden. Ze worden gebruikt om wetten te veranderen en een rangorde aan te brengen tussen mensen, culturen en levensbeschouwingen. Het gevolg is uitsluiting.

Discrimineren

Voorbeelden: willen we moslims ‘westerse’ normen en waarden opleggen? Dan moeten we discrimineren, want hoe herkennen we moslims? We zullen mede mét moslims onze normen en waarden van de toekomst vormgeven omdat Nederland nu eenmaal een levensbeschouwelijk divers land is. Willen we de islamitische orthodoxie uitbannen? Dan moeten we eerst de vrijheid van godsdienst schrappen. Hervorming is een zaak van de moslimgemeenschap zelf, niet van de staat.

En willen we vooral vluchtelingen opnemen die ‘onze’ normen en waarden vooraf accepteren? Dan moet Europa eerst het Vluchtelingenverdrag verscheuren, dat het recht op veiligheid en bestaan garandeert, ongeacht wat mensen denken. Mochten enkele vluchtelingen hier over de schreef gaan, dan hebben we… de wet! Wie het verschil niet meer ziet tussen emoties, wetten en rechten, morrelt zelf aan de normen en waarden van dit land.

Het normen- en waardendebat is kortom een schijndebat. Het zegt alleen iets over de staat van onze emoties. Daar moeten we over spreken, gezamenlijk, maar we moeten er nooit willekeurige wetten van maken.

Dit artikel is gepubliceerd in Volzin.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *