1. Gedeelde macht is altijd de betere macht. Macht is geleend van het volk en dient daarom aangewend te worden om het volk te dienen. Ik hoop dus dat de oude en nieuwe president Erdogan aan coalitievorming en samenwerking doet, ongeacht de nieuwe samenstelling van kabinet en parlement.
2. Samenwerken is beter dan marginaliseren. Dat betekent dat de zaak van Alevieten en Koerden ook gehoord en gezien moet worden. Ze vormen twee van de drie grootste bevolkingsgroepen in Turkije, naast de Soennieten. Maar onderschat niet dat Koerden en Alevieten ook op Erdogan stemmen. Wanneer ze echter in het lokale, regionale en nationale bestuur van het land betrokken worden kan er iets van een gedeelde eenheid ontstaan onder de bevolking. Het is ook belangrijk voor de staatsveiligheid. Etnische spanningen zijn levensgevaarlijk. Er is (letterlijk) ruimte voor iedereen.
3. De oppositie, vooral de seculiere CHP, is amateuristisch. Wie na al die jaren oppositie nog steeds niet in staat is om het aanwezige potentieel onder het volk om te zetten in een professionele en daadkrachtige beweging zal in de marge blijven rommelen. Politiek bedrijven is ook over de interne verschillen heen stappen en achter een boegbeeld staan die net zo charismatisch en sterk is als Erdogan. Dat tijdens deze verkiezingen iets van een coalitie onder de oppositiepartijen ontstond is goed, maar mag rijkelijk laat heten.
4. De zwart-wit schetsen die je in de Nederlandse media over Erdogan ziet sluiten niet aan op de beleving van (en de realiteit onder) Turken ver en nabij. Erdogan heeft op vele sociaal economische thema’s – met zeer wisselend succes overigens – voor de Turkse bevolking iets in gang gezet. Hij is zeker niet voor alle, maar voor vele Turken simpelweg wel de gewenste leider. Men mag hem wel. Hij speelt zeker handig de islamitische kaart. Net zoals politici hier dagelijks met de joods-christelijke kaart zitten te zwaaien en deze in beleid willen verankeren. Het is politiek gezien nu eenmaal verdraaid handig om religie te betrekken in het smeden van een nationale identiteit.
5. De mensenrechten in Turkije moeten beter. Meest prangende situatie: de persvrijheid. Ik hoop dat het systeem van checks and balances in Turkije beschermd wordt, ook onder het presidentieel systeem dat de Turken te wachten staat.
6. Nederlanders van Turkse origine hoeven niet te kiezen tussen Nederland of Turkije. Leef in beide landen en wees daar trots op. Wil je een business beginnen in Turkije, leef die droom. Lukt het daar vervolgens niet? Dan kom je met wat levenservaring en een gekrenkt ego terug, en kun je weer in Nederland je ding doen. Dat is de luxe die je hebt en waar je dankbaar gebruik van kunt en mag maken. Die luxe hebben Nederlanders over de grens namelijk ook.
7. Voor Joris Luyendijk en de horde ‘kritische journalisten’ geldt: wat laat u zich kennen zeg met onderstaande en talloze andere tweets. Categorie ‘jouw houding maakt mij racistisch’! Om maar te zwijgen over de zelfbenoemde vrijgevochten Turkse Nederlanders of ex-Turken die ondanks hun verlichting toch nog elke dag bezig zijn met hun land van herkomst.
70% of Dutch-Turks who turned out to vote went for Erdogan. Which goes a long way to explain why more and more native-Dutch people are voting to stop further immigration from Turkey. Very painful all around.
— Joris Luyendijk (@JORISLUIJENDIJK) June 24, 2018
8. De verkiezingen zijn voorbij, word weer vrienden met elkander, bedrijf de liefde, of nuttig een kopje koffie. Thee mag ook. Of Raki.