Een goede vriend riep tegen mij: “Je moet vaker naar je hart luisteren! Het hart is heilig!” Deze hartenkreet kwam me niet onbekend voor. Ik roep namelijk ook weleens dat mensen vaker naar hun hart moeten luisteren. Maar ja, wat is dat dan? Hoe gaat zoiets? Ik zie mezelf al liggen in bed, mijn dag overpeinzend, starend naar het plafond, wachtend tot mijn hart iets roept. Klop, klop, wie is daar?
Hartkloppen
Het luisteren naar mijn hartkloppen levert waarschijnlijk vooral frustratie op. Want het is verdraaid lastig om op commando in gesprek te gaan met je hart. Zo werkt dat niet. Het hart is vooral waakzaam, het laat pas iets van zich horen als je iets ziet of doet dat je geweten aan het werk zet. Een vreemde man vraagt om hulp – wat doe je? Een collega wordt gepest op kantoor – wat zeg je? Klop, klop, zegt het hart dan. Is hartentaal dan vooral de taal van het geweten? Of is het meer dan dat? Misschien zegt hartentaal wel iets over de kwaliteit van onze ziel? Voor de een is de ziel slechts een ander woord voor verhoogd bewustzijn, maar voor de ander (voor mij!) is het een heilig geschenk van de Ene. Weer dat woord: heilig. Het hart is ‘heilig’. De ziel is ‘heilig’. Het is een ongrijpbaar woord, maar wat mij betreft van levensbelang.
Heilige Ruimte
Daarom was ik ook zo blij dat de nieuwe Theoloog des Vaderlands, Claartje Kruijff, het thema Heilige Ruimte noemde als speerpunt van haar jaartje nadenken over God, geest en tijdgeest. Zij verzamelde een team van denkers en schrijvers om zich heen om dit thema te verkennen. In haar team zitten christelijke theologen van diverse pluimage, een orthodox rabbijn – en ondergetekende als humanistische moslim. Met ons zessen verkennen we de vraag wat ‘heilig’ betekent, en hoe zich dat verhoudt tot de fysieke en geestelijke ruimte waarin we ons bewegen.
Alsof dit thema niet complex genoeg is, doen we dat aan de hand van het Onze Vader, een ‘heilige’ tekst. De zeven gebedsregels worden een voor een ‘gegeven’ aan het denkerscollectief zodat we er een tijdje mee rond kunnen lopen en kunnen ervaren wat de tekst met ons doet. Zo heb ik een paar weken verplicht nagedacht over de regel: ‘en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven onze schuldenaren’. Wat is schuld? En wat is vergeving? Wie mag vergeven en waarom zouden wij eigenlijk moeten vergeven?
Met slechts twee woorden, vergeving en schuld, ben ik beland in een ruimte die zich enorm ver uitstrekt en waarin talrijke mensen elk een eigen verhaal vertellen, bijvoorbeeld ook rakend aan het actuele gesprek over #MeToo, vluchtelingen en andere kwetsbaren. In het nadenken over deze vragen komen we vanzelf uit bij dat kloppend stuk weefsel in ons lichaam: het hart. Wie alleen met zijn hoofd denkt is zielloos, nietwaar?
Prikkende woorden
‘Naar het hart luisteren’ vind ik goed, zoals de goede vriend aan het begin van deze tekst naar mij riep. Het hart is heilig omdat het ogenschijnlijke eenvoudige woorden als schuld en vergeving direct een onmetelijke diepte geeft. Ook woorden als zonde, compassie, kwetsbaarheid, verlossing, spijt, wraak en angst worden allemaal onmetelijk diep als we ons hart er ‘heilige’ woorden van laten maken.
Dus als ik ’s avonds in bed lig en ik overpeins enkele verzen uit het Heilige Vader, dan pak ik daar verzen bij uit de Koran. Ik pak er ook berichten bij uit de krant. En ik pak er enkele fragmenten bij uit boeken. Ik schud alle woorden in mijn ziel heen weer en gooi de woorden in de lucht. Ze dwarrelen een tijdje en vallen naar beneden – als herfstbladeren van een oeroude boom. Sommige woorden vallen ver van mij, ander woorden plakken op mijn gezicht, op mijn lichaam, op mijn ziel. Dat zijn de woorden die voor mij en voor mijn hart bedoeld zijn.
Sommige woorden prikken, omdat ze ons confronteren met ons leven en met mensen in ons leven; dan zijn ze als vallende punaises. Maar ook die woorden moeten we voelen, moeten we ondergaan. Wie de bladeren en de punaises beide weet te waarderen heeft namelijk iets heiligs te pakken. Hij begrijpt de taal van het hart.