Ik heb daar eens over zitten filosoferen. De lezer voelt feilloos aan wanneer iemand met kennis van zaken schrijft of wanneer de schrijver iets niet oprecht meent. In mijn schrijfsels probeer ik vooral oprecht te zijn. Een genuanceerde column schrijven is alleen mogelijk als ik kan laten zien dat ik weet waarover ik schrijf én als ik de lezer ook heel serieus neem. Dan schep ik de ruimte om af en toe ook een scherpe tekst te kunnen schrijven, met onderwerpen en beschouwingen die misschien wel schurend zijn en waarbij de zaken bij hun naam genoemd worden.
Ontmoeting op afstand
Het spannende van columns schrijven is dat de ontmoeting tussen schrijver en lezer op afstand gebeurt. Er moeten letterlijk vele kilometers, talrijke beelden, verschillende culturen en levenswijzen worden overbrugd wil u geraakt kunnen worden door mijn teksten. Ik heb geleerd: eerlijkheid duurt het langst en een scherpe mening is altijd geaccepteerd als de lezer maar voelt dat de schrijver oprecht is.
De uitdaging voor ons als samenleving is om die letterlijke kloof tussen twee mensen te overbruggen. Ik zie een steeds groter wordende onwil om er op uit te trekken en de ander in het echt te ontmoeten. Ik spreek nu even over de algemene trend, niet over de vele mooie lokale dialooginitiatieven die er gelukkig wel degelijk zijn.
Excuus
Regelmatig maak ik in de kerk, als ik gevraagd word om een lezing te geven, de grap dat ik de enige moslim in de zaal ben en dat het dus reuze meevalt met die islamisering van dit land! Waar zijn al die horden gevreesde moslims? En in de moskee of in een traditioneel cultuurhuis vraag ik Turkse en Marokkaanse en andere Nederlanders met een migratieachtergrond waarom er geen christenen en joden in de zaal zitten? Zijn er geen contacten? De kans dat er in uw straat enkele christenen wonen is aanzienlijk groter dan dat er in de straat moslims wonen, zeg ik dan. “Dus wat is jullie excuus?”
Dit werk achter de schermen is de afgelopen jaren belangrijker dan ooit, want de verhoudingen zullen verder op scherp worden gezet. Door de media, door de politiek en daarvan afgeleid door onszelf. En als er temidden van dit alles minder ontmoetingen zijn worden we vanzelf zeer afhankelijk van mensen die ons even komen vertellen hoe zwart-wit de wereld in elkaar zit. Want wat je in de kranten leest, of op televisie ziet, of op zondag hoort, moet je altijd kunnen nuanceren of toetsen aan de mensen van vlees en bloed over wie het vaak gaat. Heb je die gesprekken niet, dan wordt het lastig om tot elkaar te komen. Je ziet het in alle hevigheid terug in met name de discussie over zwarte piet en vluchtelingen. Willen we wel ontmoeten?
De ander is een gezichtspunt
Polarisatie is dus een feit. Onze angsten en zorgen zijn een feit. Op sommige plaatsen is de parallelle samenleving een feit. En dat ligt zeker niet altijd aan ‘de ander’. De ander is slechts een gezichtspunt. Ook u bent vaak ‘de ander’, maar dan voor minderheden, migranten, moslims en al die andere mensen waar we regelmatig iets van eisen, zoals loyaliteit, en het afdoen van de eigen identiteit. Laten we door ook bij stilstaan.
Een samenleving die in staat is om van perspectief te wisselen is de beste samenleving. De mens wordt nooit alleen geboren. Zijn eerste hartslag loopt synchroon met die van zijn moeder. Dan is er de vader. De familie. De opvoeding, de opleiding, de vrienden. En daarna de onbekenden.
Gemeenschappelijke grond
Het zou mooi zijn als we onze open houding naar mensen die dicht bij ons staan kunnen kopiëren naar de mensen die ver van ons staan. Dan blijkt maar al te vaak dat die vreemde verdraaid veel op onszelf lijkt. De woorden zijn anders, de namen zijn anders, maar elk mens heeft dromen, angsten, ambities en talenten. Wat dat betreft hebben we zoveel met elkaar gemeen.
Als we die gemeenschappelijke grond vinden, kunnen we schouder aan schouder staan om deze samenleving te beschermen en door te geven aan de nieuwe generatie. Ik neem afscheid van u als columnist van Volzin en wens u alvast een hele fijne jaarwisseling en een voorspoedig 2019.