Jaarlijks leidt de Dodenherdenking op 4 mei tot rumoer en ophef. Jammer, want gevallen slachtoffers herdenken is een kwestie van eer en waardigheid. Maar er zijn wel enkele kanttekeningen te plaatsen.

Doden herdenken vraagt om doordenken

Op uitnodiging van het Nationaal Comité 4 en 5 mei was ik aanwezig bij de Dodenherdenking in De Nieuwe Kerk. Na afloop legde ik een bloem bij het Nationaal Monument op de Dam. Het waren twee momenten die mij aan het denken hebben gezet. Elk jaar is er discussie over de aard en invulling van Dodenherdenking. Vorig jaar was dominee Rikko Voorberg in het nieuws omdat hij ook de vele vluchtelingen, omgekomen in de Middellandse Zee op zoek naar veiligheid, wilde herdenken. Dit jaar wilde de actiegroep Geen 4 Mei Voor Mij een lawaaiprotest organiseren tijdens de twee minuten stilte. Beide acties waren op zich nodig, maar gelijktijdig ook overbodig op klokslag acht uur.

4 mei is mooi

Het programma in De Nieuwe Kerk was gevarieerd. Tekst, muziek, zang en een bevlogen 4-mei voordracht van Daan Heerma van Voss zorgden voor kippenvel. Ik besefte op dat moment pas echt goed dat doden herdenken nooit politiek gemaakt mag en moet worden. Elke dode verdient namelijk een waardige herdenking en de genocide op de joden dient met het grootste respect te worden herdacht. In stilte, met tranen en met het delen van elkaars verhalen. Want in de kerk zag ik ook vooral de aanstaande generatiewisseling. Het aantal joden, strijders en betrokkenen die de oorlog hebben meegemaakt of overleefd, wordt elk jaar minder. Ik zag mensen ver boven de 80 jaar in rolstoelen zitten, maar wel voortgeduwd door hun kind of kleinkind. Een beeld dat schuurt. Over een aantal jaar is de oorlog voor ons nog maar een herinnering of een verhaal. Wat rest is de strijd tegen de bijbehorende vervaging van het leed, zoals Heerma van Voss mooi memoreerde in zijn toespraak.

4 mei is besloten

Het Nationaal Comité zou er wat mij betreft goed aan doen om de cirkel van genodigden te verbreden. Natuurlijk is de lijst van geëerde gasten veel langer dan het aantal beschikbare zitplaatsen in De Nieuwe Kerk. Maar wie 4 en 5 mei wil doen voortleven in het collectief bewustzijn van Nederland moet juist aansluiten op dat brede collectief. Collectief Nederland is namelijk kleurrijk en bestaat inmiddels letterlijk uit honderden culturen. De meeste culturen kennen een geschiedenis van oorlog, leed en verlies. Zij zullen het verhaal van WOII altijd willen (uit-)dragen. Nederland is ook rijk aan levensbeschouwingen en in een tijd waarin superieure en inferieure religies weer onderdeel worden van het politiek- en maatschappelijk gesprek kan juist 4 mei een moment zijn om die verscheidenheid aan religies letterlijk in beeld te brengen. Het contrast met de aanwezige gasten was dan ook groot toen 50 schoolkinderen een bloem legden bij het Monument. Die Amsterdamse schoolkinderen waren vrijwel allemaal van kleur.

foto: Tayfun Balçik

 

4 mei is onduidelijk

Gaandeweg de jaren is de definitie van slachtoffers verbreed. Daar waar het in eerste instantie de joodse slachtoffers betrof, herdenken we nu joden, Roma, Sinti, omgekomen burgers in Azië als gevolg van de Japanse bezetting en de omgekomen militairen en het koopvaardijpersoneel in modernere oorlogen. In alle gevallen betreft het Nederlandse slachtoffers, die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, en daarna in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Wie de definitie zo oprekt, lokt vanzelf uit dat mensen meer slachtoffers onder deze definitie willen scharen. En wie Dodenherdenking breder gedragen wil zien worden in de diverse Nederlandse samenleving, moet ook de discussie aangaan over slachtoffers van koloniale en illegale oorlogen. De jaarlijkse politieke gevoeligheid zit ‘er’ met andere woorden ingebakken.

4 mei is nodig

Dodenherdenking is nodig. Uit respect voor de gevalen slachtoffers, maar vooral ook omdat er tegenwoordig opnieuw bewegingen ontstaan die bevolkingsgroepen stigmatiseren en uitsluiten, precies zoals toen met de joden gedaan is. Antisemitisme bestaat nog steeds in Nederland, en Europa, zoals te vinden is bij de populistische en rechtsextreme partijen. Maar ook sommige christelijke stromingen hebben nog steeds de theologie dat de joden gestraft zijn door God vanwege het kruisigen van Jezus. In dat opzicht werd het zingen van het Onze Vader in De Nieuwe Kerk niet unaniem door iedereen gewaardeerd.

Dit soort ideeën zijn niet geïntroduceerd met de komst van moslims. Moslims hebben tegenwoordig te maken met islamofobie, discriminatie en uitsluiting op de arbeidsmarkt, de woningmarkt en het onderwijs. En dat geldt niet in de laatste plaats ook voor mensen van kleur. De vele incidenten rondom zwarte piet en de moeizame agendering van het eigen koloniale verleden laten zien dat vrijheid een actueel thema is. Vrijheid bereik je door misstanden te agenderen, te erkennen en te herkennen. Antisemitisme is actueel en helaas is het tegenwoordig vergezeld door andere vormen van haat. De geschiedenis biedt ons talrijke handvatten om haat in zijn algemeenheid tijdig te herkennen en tijdig aan te pakken.

Reageren?

Fijn dat u dit artikel heeft gelezen. Wees welkom met feedback, vragen of verzoeken.

SPIEGELREIS – NU TE KOOP

Spiegelreis van Enis Odaci en Herman Koetsveld brengt moslims en christenen dichter bij elkaar. We gaan op reis door elkaars geloof, de islam en het christendom in Nederland. Wij bezoeken afzonderlijk van elkaar diverse geloofsgemeenschappen. Er wordt gebeden, gediscussieerd en samen gegeten. Het leidt tot opmerkelijke ontmoetingen en onverwachte momenten van schuring, bezinning én inspiratie. Tussen de reizen door spreken wij over wat deze reizen betekenen voor de vragen van nu. Verdieping en actualiteit in één boek!
Nu te koop via deze link!